Wind in de lucht
De wind kan je vertellen waar je bent in de duinen. De duinen zijn gevormd door de wind. Al dat zand is ooit, nog maar een paar duizend jaar geleden, het land ingeblazen vanuit het strand. Vooral vanuit het zuidwesten. Hoe dit gaat kan je nog steeds zien gebeuren. Door de nieuwe gaten in de zeereep bij Parnassia is een fietsenstalling bij de nieuwe strandopgang Kattendel binnen een paar jaar helemaal ondergestoven. Ook het hek van prikkeldraad voor de paarden en koeien is verdwenen onder zand en nieuwsgierige paarden kwamen vanuit de duinen een kijkje nemen op het strand. Daarom staat daar nu die rij palen. Mensen kunnen er tussendoor, paarden en koeien meestal niet.
SERIE: De biologie van ons duingebied
Door Judith vG. Een jaar lang verhalen over ons loopgebied: de duinen. Al naar gelang het thema van de nieuwsbrief, leest Judith ons de duinen: de begroeiing, de vormen, de ontstaansgeschiedenis, de waterhuishouding.
Als je bij Kattendel op het hoogste punt van het fietspad gaat staan en naar het oosten kijkt, zie je de blonde duintoppen tot wel een kilometer landinwaarts. Dat is allemaal nieuw zand, dat daar vanuit de kust heen kon stuiven door de nieuwe gaten in de zeereep.
Niet alleen zand wordt meegevoerd door de wind, ook zout. En dat heeft veel invloed op de plantengroei. Lang niet alle planten kunnen tegen die zoute wind, daarom zie je vlak bij zee geen beuken en eiken. Dichter bij zee hebben de planten een gedrongen bouw en zijn meer grijsgroen van kleur. Je ziet er alleen nog struiken zoals duindoorn, vlier en kruipwilg. Helmgras is het laatste plantje dat zich weet staande te houden.
Soms staat er een bosje dennen. De meest westelijke bomen zijn vaak wat bruin door de zoute wind.
De bijzondere groei van planten bij zee komt ook door de voortdurende, overwegend westenwind. Iedereen kent wel de schuin geschoren struiken. Zodra een struik of boom boven een duintop uitsteekt wordt hij beschadigd en groeit niet meer zo goed. Meer landinwaarts, de binnenduinrand waar wij vaak trainen, staan wel grote bomen en de ondergroei is weelderig en frisgroen van kleur. Daar waait het minder en wordt bijna geen zout meer aangevoerd.
Dus wil je weten waar je bent, kijk naar de hoogte van de bomen en de kleur van de planten om je heen.