Verpletterend mooi
Door Maria
Ik denk dat het neerkomt op ‘flow’. De vraag van Igor om een stuk te schrijven over theater en hardlopen – maar dan graag onder het overkoepelende thema schoonheid, dank u wel – zorgt ervoor dat ik inmiddels al 10 minuten naar mijn beeldscherm staar en denk: hoe moet ik dit beginnen? ‘Flow’ zou nu wel erg handig zijn….
Iedereen kent natuurlijk het verhaal van Dolf Jansen, marathonloper (pr 2.28.22) en razend populaire cabaretier. Dolf zegt dat zijn leven in balans is omdat hij zoveel loopt. Dat zal hem ongetwijfeld in staat stellen om boeiende voorstellingen te maken. Collega-cabaretier Hans Sibbel, a.k.a. Lebbis (pr 3:06?) gebruikt het hardlopen ook inhoudelijk als werkvoorbereiding: ‘Als ik iets voor een column moet bedenken ga ik hardlopen. Het is nog nooit gebeurd dat ik dan niet met een goed idee thuiskwam. Het lijkt wel alsof met hardlopen in je hoofd een creatief proces in werking wordt gezet.’[1] Creatieve sappen komen op gang, misschien samen met de endorfine…? Ik herken het ‘flow’ gevoel direct, en jullie vast ook.
Ook zonder dat causaal verband kan ik gelijkenis vinden in toneelspelen en hardlopen. Iemand die het toneel op moet, belandt (vaak) in een soort ‘trance’ waar hij of zij dan in blijft zitten totdat de voorstelling is afgelopen. k heb heel veel mensen van dichtbij meegemaakt die op het punt stonden het toneel op te gaan of er weer van af gaan. De concentratie in hun voorbereiding is heel divers maar altijd intens – dat is mooi om te zien en te ervaren (een toneelspeler vertoont dan namelijk geen stress maar wel maximale focus). Stress zou de prestatie in de weg staan, de boel moet juist loskomen en stromen. En dat gegeven is heel herkenbaar voor mij als (slow) hardloper – als je lekker loopt, voel je je licht en gaat het haast vanzelf.
Voor mij als toeschouwer ligt het kijken naar sport en naar theater ook dicht bij elkaar. Beide zijn ‘live’, je weet niet wat er gaat gebeuren, je wordt meegesleept. Maar je verwondert je ook over de mogelijkheden van zowel lichaam als geest. De voorstelling ‘De Vader’ is hiervoor een goed voorbeeld. In dit stuk portretteert de 81-jarige Hans Croiset een dementerende man. Nog los van de prachtige uitvoering (waarin Croiset samen met Johanna Ter Steege op de planken staat) is de prestatie van Croiset zwaar indrukwekkend. Even verpletterd kan ik zijn als ik de gouden plak oefening van Epke Zonderland in 2012 voor de zoveelste keer bekijk (of – om bij het thema te blijven – de marathonrace van de snelste Nederlander ooit in Rotterdam, Abdi Nageeye). Wonderschoon gewoon.
Bij de voorstelling ‘De Vader’ weet ik wat eraan vooraf ging: de voorstelling is in onze Haarlemse Stadsschouwburg ingespeeld in weken- en wekenlange repetities, één verdieping hoger dan mijn werkkamer in de Stadsschouwburg. We kwamen elkaar weleens tegen bij het koffieapparaat – daar werd niet veel gepraat, beide spelers hielden de concentratie vast. Bij sport is dit niet anders. Een mooi voorbeeld vind ik Maarten van der Weijden. Maarten stond onlangs in de Stadsschouwburg met zijn voorstelling ‘Beter’ waarin hij een mooie en echt theatrale vorm vond voor het vertellen van zijn verhaal over leukemie en het winnen van de gouden medaille in de 10 km zwemmen in Beijing 2008 (ik wist niet hoe dramatisch deze race was geweest…!). In de voorbereiding op zijn olympische race liet Maarten niets over aan de toeval: naast eindeloze trainingsuren woonde hij bijvoorbeeld bijna een jaar in een zuurstoftentje om het zuurstofgehalte in zijn lichaam te regelen. Zijn voorstelling was professioneel geregisseerd, foutloos verteld (terwijl hij eigenlijk stottert!), en het publiek hing werkelijk aan zijn lippen.
Het succes van de voorstelling (en oorspronkelijke filmhit) ‘De Marathon’ brengt het misschien allemaal bij elkaar – hier gaan vier hele gewone mannen het onmogelijke proberen – een marathon lopen. Hoe herkenbaar is dat, beste loopvrienden? Dat het verhaal dat hierover werd gemaakt zo tot de verbeelding spreekt en zoveel snaren raakt bij het publiek, daar zit veel schoonheid in!
[1]Uit een interview in De Brug, 28 okt. 2013