Skip to main content
XS SM MD LG XL

Landen: hak, mid of voor?

door Trienke

Tijdens de landing bij het hardlopen vangt je lichaam in een paar milliseconde een kracht van 2-3 keer je lichaamsgewicht op. Om dit even in perspectief te plaatsen: iemand van 70 kg die twee keer per week 10 km loopt moet daardoor in totaal een kracht van 2,5 miljoen kg opvangen! Die kracht komt daarbij terecht op 26 voetbotjes, 33 gewrichten en meer dan 100 spieren, pezen en banden.

Bij de landing worden meestal 3 typen voetlanding onderscheiden: de haklanding (rearfoot landing), de midvoetlanding (midfoot landing) en de voorvoetlanding (forefoot landing), waarbij voorvoet en midvoetlanding vaak samengenomen worden. Vaak wordt de mid/voorvoetlanding gepropageerd als de ‘beste’ landingspositie. Grappig genoeg landt het overgrote deel van de recreatieve lange afstandlopers (~89%) op de hak (Larson et al, 2011). Ook bij elite lange-afstandslopers is het grootste deel van de lopers haklander (~60%; Hanley et al, 2019) Dit grote aandeel haklanders wordt vaak toegeschreven aan de dempende schoenzolen van moderne hardloopschoenen die ervoor zijn gaan zorgen dat we zijn geëvolueerd van voorvoetlanders naar haklanders. Wanneer we bijvoorbeeld kijken naar barefoot runners zien we dat het aandeel midvoet en voorvoetlanders veel groter is. De haklanding wordt vaak als ‘slecht’ bestempeld omdat deze 1) zou leiden tot hogere impactbelasting en daardoor tot een hoger blessurerisico 2) minder efficiënt zou zijn. Uiteraard de moeite van het uitzoeken waard.

Figuur 1 London marathon 2018, Kipchoge, Kitata en Farah. De laatste twee landen op hun hak

In 2010 publiceerde Lieberman et al. een artikel in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature over de relatie tussen voetlanding en de impactkrachten tijdens rennen, waarbij zij daarnaast een vergelijking maakten tussen barefoot running en lopen op schoenen. De resultaten wijzen uit dat mid-/voorvoetlanders lagere impactkrachten te verduren krijgen dan haklanders. Het lijkt er echter op dat we hier te maken hebben met een onjuist causaal verband. Het is waar dat in de literatuur over het algemeen een hogere impactbelasting (met name een hogere loading rate) wordt gevonden bij haklanders dan bij voorvoet of midvoetlanders. Kijk hierbij bijvoorbeeld naar onderstaand figuur. In deze figuur wordt de midvoetlanding gepropageerd als de goede landing. Het grote verschil echter, zit hem niet in het type landing maar in het feit dat de figuur bij de haklanding zijn voet verder voor zijn lichaamszwaartepunt plaatst dan de midvoetlander. Dit ‘overstriden’ betekent dat er een grotere remmende (achterwaarts gerichte) kracht op het lichaam in gaat werken die overwonnen moet worden om de voorwaartse snelheid te genereren. (Overigens, het plaatje van de midvoetlander, waarbij de loper zijn voet recht onder het lichaamszwaartepunt neerzet komt in het echt nooit voor. Lees hierover meer in de blog van Peter Larson)). Conclusie: Het gaat niet zozeer om of je op de hak of midvoet landt, het gaat er om wáár je je voet neerzet in relatie tot je lichaamszwaartepunt.

Figure 2 Veelgebruikt voorbeeld van haklanding versus midvoetlanding. Link.

 

Lieberman concludeert bovendien dat midvoet en voorvoetlanding ons kunnen beschermen tegen overbelastingsblessures. Hij legt hier een verband tussen de impactbelasting en overbelastingsblessures. Nu is hier in de literatuur al veel onderzoek naar gedaan, maar de resultaten hiervan zijn zijn inconclusive. Er zijn studies die een relatie hebben gevonden tussen de impactbelasting en hardloopblessures, maar er zijn ongeveer evenveel studies die deze relatie niet vinden (Hamill & Gruber, 2017). We weten dat een bepaalde mate van belasting gezond is voor ons lichaam, maar wanneer deze belasting te hoog wordt, is onbekend. Daarnaast is het goed mogelijk dat het ene landingspatroon beschermt tegen bepaalde blessures maar juist een risico vormt voor andere. Zo lijkt het er op dat een haklanding zorgt voor een grotere belasting van structuren rondom de knie, terwijl de midvoet of voorvoetlanding juist zorgt voor een grotere belasting van structuren rondom de enkel en voet (Hamill & Gruber, 2017).

Is er dan wel een verschil in efficiëntie? Ook hier is geen duidelijk empirisch bewijs voor. Verschillende studies vinden geen verschil in efficiëntie tussen haklanding en voorvoetlanding op lage, gemiddelde en hoge snelheid (Moore, 2016). Toch zien we bij middenafstandslopers en sprinters een veel kleiner aandeel haklanders, slechts 1/3e van de atleten landt dan nog op de hak. Hierbij is echter het efficientie aspect niet zo belangrijk, de afstand die je moet afleggen is immers kort. Het gaat dan veel meer om snelheid. Onder meer de over het algemeen kortere contacttijd van de voet met de grond bij midvoet/voorvoetlanders biedt daarbij mogelijke snelheidsvoordelen ten opzichte van de haklanding.

Op basis van bovenstaande kan gesteld worden dat er geen duidelijk wetenschappelijk bewijs is dat midvoet/voorvoet landing danwel een haklanding zorgt voor een lagere impactkracht, een lager risico op hardloopblessures of een betere efficiëntie. Het veranderen van je landingsstrategie kan wel leiden tot andere krachten of krachten op andere structuren. Dit kan mogelijk nuttig zijn wanneer je vaak last hebt van bepaalde blessures. Zo is het voor een haklander met knieklachten mogelijk nuttig om van haklanding naar midvoetlanding te veranderen. Misschien is het dus wel zoals onderzoeker Hanley en collega’s concluderen:

“These findings suggest there is no one optimal foot-strike pattern with regard to performance,” the researchers conclude, “and athletes should not be overly encouraged to alter what comes naturally to them.” Hanley et al. 2017

Literatuur

Davis, I. S., Rice, H. M., & Wearing, S. C. (2017). Why forefoot striking in minimal shoes might positively change the course of running injuries. Journal of sport and health science6(2), 154-161.

Hamill, J., & Gruber, A. H. (2017). Is changing footstrike pattern beneficial to runners? Journal of sport and health science6(2), 146-153.

Hanley, B., Bissas, A., Merlino, S., & Gruber, A. H. (2019). Most marathon runners at the 2017 IAAF World Championships were rearfoot strikers, and most did not change footstrike pattern. Journal of biomechanics.

Larson, P., Higgins, E., Kaminski, J., Decker, T., Preble, J., Lyons, D., … & Normile, A. (2011). Foot strike patterns of recreational and sub-elite runners in a long-distance road race. Journal of sports sciences29(15), 1665-1673.

Lieberman, D. E., Venkadesan, M., Werbel, W. A., Daoud, A. I., D’andrea, S., Davis, I. S., … & Pitsiladis, Y. (2010). Foot strike patterns and collision forces in habitually barefoot versus shod runners. Nature463(7280), 531.

Moore, I. S. (2016). Is there an economical running technique? A review of modifiable biomechanical factors affecting running economy. Sports Medicine46(6), 793-807.